De bronnen van de Allier op de Moure de la Gardille |
De top van de Moure de la Gardille, met een hoogte van 1503 m, bevindt zich ten westen van La Bastide-Puylaurent. Het is een echt paradijs voor wandelaars, jagers en verzamelaars van alle streken—een uitgestrekt, groots niemandsland dat de 10.000 hectare van het immense bos van de oude abdij van Mercoire omvat. Hier zijn de reliëfs zacht, getekend door een lange panoramische bergkam die wordt doorkruist door de GR7, het langeafstandswandelpad dat de Vogezen met de Pyreneeën verbindt en tot de beroemdste van Frankrijk behoort.
Vanaf de top is het uitzicht spectaculair. In het noorden en oosten zien we de Mézenc, de Haute Ardèche en het Charpalmeer. Naar het zuiden strekken zich twee parallelle ketens uit zover het oog reikt: de Goulet op de voorgrond en daarachter de bergkammen van de Mont Lozère die de horizon blokkeren.
We staan op het dak van Frankrijk, niet ver van de bronnen van de Allier, die naar de Loire stroomt, en van de Chassezac, die uitmondt in de Rhône. Op de hellingen van het Goulet-massief vinden we ook de bronnen van de Lot, die bestemd zijn om de Garonne te bereiken.
Alleen al voor dit panorama is de beklimming de moeite waard (alleen bij mooi weer!). Maar vandaag is ons doel een beetje anders: we zoeken de bron van de Allier. We willen deze eerste waterstroom ontdekken en ervan drinken, zoals men zich laaft aan de Loire door zich te besprenkelen met het heldere water van een "bachat" in de stal van de Gerbier.
Driehonderd meter hoger bereiken we het bergkammenpad, dat ons naar de top van de Moure de la Gardille zal leiden. De schoonheid van het landschap overweldigt ons en onderweg komen we een dertigtal wandelaars tegen, vergezeld van drie pakezels.
Aan de voet van de Moure, bij de splitsing, vinden we een bescheiden dennenhouten bordje, met de hand gegraveerd, dat de bron op 150 m "buiten de route" aangeeft, op de helling van Chasseradès. We gaan te voet verder, want vanaf de eerste helling vernauwt de berg zich tot een soort ravijn, duikend onder het donkere gewelf van het beukenbos.
Op een tapijt van dode bladeren, alert, zien we plotseling een waterstroompje dat in een kleine poel uitmondt. De zon speelt in het water, laat het glinsteren door het bewegende gebladerte—het spektakel is adembenemend: daar is de Allier, net geboren.
Maar is dit wel de bron die we zoeken? Op onze topogids zou hier een mooie geëmailleerde plaquette moeten zijn, die het avontuur herdenkt van drie jongeren uit Langeac die in 1992 de Allier te voet hebben gevolgd, van Langeac tot aan de bron, in twaalf dagen.
Of het nu gaat om de Loire, de Nijl of de Mekong, er zijn altijd discussies geweest over de exacte bronnen. We hadden dit soort verwarring graag vermeden, maar hier is geen spoor van de plaquette. Echter, op de stam van een beuk staat een inscriptie geschilderd in hetzelfde geel als de markeringen van het pad: "ALLIR", met een eindigend "R". Spelfout of lokaal dialect? Mysterie.
Een kilometer verder komen we eindelijk aan bij een kleine betonnen dam, ingehuldigd in 1995 door de burgemeester van Chasseradès: dit is de eerste aanleg op de Allier. De plaquette is er wel.
Deze dag eindigt zeer positief, temeer daar we hem verlengen in goed gezelschap. Op het terras hebben we twee wandelaars ontmoet die de Chemin de Stevenson (GR70) bewandelen van Monastier-sur-Gazeille naar Saint-Jean-du-Gard. Ze spreken enthousiast over het gastenverblijf L'Étoile in La Bastide-Puylaurent.
De eigenaar van de accommodatie heeft een sterke indruk op hen achtergelaten: half-Grieks, half-Belgisch, muzikant en avonturier in zijn vrije tijd—een echt karakter. Philippe Papadimitriou is een moderne cowboy, die er prat op gaat slechts vijf boeken in zijn leven te hebben gelezen. Een man "van de praktijk", die ons ongetwijfeld over de bron kan vertellen.
We besluiten bij hem langs te gaan op de terugweg. De reus verwelkomt ons met zijn grote, heldere en verraste ogen: "De bron van de Allier? Ken ik die? Nee. Maar wat doet het ertoe?" Hij heeft gelijk, goed gezien de Griek. Het waterstroompje onder de beuken is voor ons meer dan genoeg. De "officiële" bron, de "echte"? Het maakt niet uit. De zon schijnt, de Lozère is prachtig en het leven is mooi.
De waterscheiding tussen de Cévennen en de Margeride doorkruist dit gebied, dat zich bevindt tussen twee grote stroomgebieden: het stroomgebied Rhône-Middellandse Zee en het stroomgebied Loire-Bretagne. Hierdoor is het hydrografische netwerk van de gemeente zeer dicht, met talrijke beekjes en "valats" (Cévenools voor een ingesneden beekje), zoals de Rieufrais-beek of die van de Gouttes. Aan de kant van het stroomgebied Loire-Bretagne voegt de Allier zich bij de gelijknamige kloven en vervolgens de Loire, terwijl de zuidelijke zijrivieren naar de Chassezac stromen en uiteindelijk uitmonden in de Ardèche, in het stroomgebied Rhône-Middellandse Zee.
Deze rijkdom aan wateren heeft de bouw van een dam bij Puylaurent mogelijk gemaakt, maar vormt ook een belangrijk risico, aangezien het gebied regelmatig wordt getroffen door zware regenval, soms zelfs "épisodes cévenols", die overstromingen veroorzaken. Tot slot herinneren we eraan dat het ten westen van La Bastide, nabij de Moure de la Gardille, op het grondgebied van de voormalige gemeente Chasseradès is, dat de Allier ontspringt—hier ontstaat het eerste waterstroompje van deze 420 kilometer lange rivier.
Oud vakantiehotel met een tuin aan de oever van de Allier, L'Etoile Gastenhuis is gelegen in La Bastide-Puylaurent tussen Lozère, Ardèche en Cévennen in de bergen van Zuid-Frankrijk. Op het kruispunt van GR®7, GR®70 Chemin Stevenson, GR®72, GR®700 Régordane route (St Gilles), GR®470 Sources en Gorges de l'Allier, GRP® Cévenol, Montagne Ardéchoise, Margeride. Veel lusroutes voor dagwandelingen en fietstochten. Ideaal voor een ontspannen verblijf.
Copyright©etoile.fr