Op de pelgrimsroute naar Compostela. Pelgrimsnostalgie tussen Le Puy-en-Velay (Haute-Loire) en Conques (Aveyron) met de GR®65. |
In de middeleeuwen waren pelgrimstochten gemeengoed. Vanuit alle hoeken van het land trokken devote pelgrims moeizaam naar een van de geliefkoosde bedevaartsoorden. Klassiek was een bedevaart naar Rome of Rocamadour. Meer avontuurlijk was een pelgrimage naar het Heilige Land en Jeruzalem, Erg geliefd was een tocht naar Santiago de Compostela, in het noordwesten van Spanje. Een voettocht in de sfeer van de aloude pelgrimsrage is ook vandaag nog erg aantrekkelijk. Overai vind je de tastbare herinneringen aan vroeger terug. Er zijn de vele kapellen en kerken in aloude Romaanse stijl, de oude middeleeuwse stadjes en de verweerde stenen kruisen, die boekdelen spreken. Overigens, de pelgrimsrage zet zich voort tot in onze dagen.
Ook nu nog trekken jaarlijks mensen naar Compostela en dit zul je wel vlug door hebben. Immers, een van de vier klassieke aanlooproutes naar Compostela vertrekt nog steeds in Le Puy-en-Velay (Auvergne) en is bij de modeme pelgrims erg in trek. Een stukje lopen op de pelgrimsroute naar Compostela in Frankrijk is dan ook een hele belevenis. Via de GR®65 die vertrekt in Le Puy-en-Velay en eindigt aan de voet van de Pyreneeen kun je het allemaal meemaken. Dit goed bewegwijzerde wandelpad volgt zo getrouw mogelijk de oorspronkelijke pelgrimsweg. Via de hoogvlakte van de Aubrac ga je langs kronkelende weggetjes naar de middeleeuwes stad Conques. Deze tocht is 212 km lang, mogelijk te verdelen over 10 tot 12 dagetappes.
Tussen Le Puy-en-Velay en Aubrac
Vooral het oude stadsgedeelte van Le Puy-en-Velay met zijn kronkelende straatjes, fonteinen en pleintjes is aantrekkelijk. Hier verzamelden de middeleeuwse pelgrims zich
al vroeg in de lente. Eerst gingen zij enkele vermaarde bidplaatsen bezoeken en er de relieken van hun favoriete heiligen vereren. Natuurlijk werd ook de Zwarte Madonna aanbeden; een van de ruim driehonderd exemplaren die Europa toen bezat.
Intussen is Le Puy-en-Velay een moderne stad geworden en om de weg naar Compostela te vinden, moet je de oude straatnamen in het oog houden. Met de topogids in de hand vertrek je aan de Place du Plot, een mooi pleintje met een oude fontein uit 1624. Je volgt de smalle rue Saint-Jacques, dan de rue des Capucins en natuurlijk de rue de Compostelle. Langzaam laat je de laatste huizen van Le Puy-en-Velay achter je liggen tot je hoog boven de stad uitkomt. Van hieruit heb je een mooi zicht op de oude en de moderne stad. Na amper een uur lopen kom je in het gehucht La Roche en maak je kennis met de verlatenheid van deze streek. Je bent immers in de zuidelijkste punt van de Auvergne, een van de dunst bevolkte streken van Frankrijk.
Bouwvallige huizen, modderige wegen en schichtige mensen ontmoet je overal. Even verderop kom je voorbij een oude Romaanse Sint-Rochuskapel. Deze populaire heilige, tegelijkertijd patroon van de pelgrims zul je wel meer op je weg ontmoeten. Sint-Rochus werd in 1295 te Montpellier geboren. De legende verhaalt dat hij op weg naar Rome de zwarte ziekte of de pest kreeg. Hij wilde niemand tot last zijn en trok zich in de donkere bossen van Zuid-Frankrijk terug. Alleen zijn trouwe hond hield hem gezelschap. Zoals vele kluizenaars uit die tijd, werd hij na zijn dood als heilige vereerd. In Frankrijk was zijn populariteit zo groot dat hij een tijd lang de apostel Saint-Jacques voorbijstreefde.
Even verderop lig t hoog op een heuvel een verwaarloosde kapel, dit keer gewijd aan Sint-Jacob. In het torentje zie je nog een klok hangen. Die was destijds van belang voor de pelgrim op doortocht. Bij mistig weer werd de klok geluid om zodoende verdwaalde pelgrims op het rechte pad te houden. Bij dergelijke kapelien hoorde destijds een hospice of gastenhuis. Daar konden pelgrims overnachten en in geval van ziekte de nodige verzorging ontvangen. Na twee dagreizen komt Saugues in zicht en ook hier kwam de pelgrim aan zijn trekken.
In deze stad worden nog steeds St-Medard, St-Rochus en Onze-Lieve-Vrouw van Saugues vereerd. Het oude houten Mariabeeld staat er nog steeds. Het stamt uit de 12de eeuw, is puur Romaans maar met verfijnde trekken, iets zeldzaams voor die tijd. Je zet je tocht voort en om de hoek krijg je wat nieuws te bewonderen. Soms is het voetpad bezaaid met harde keien, dan weer loop je tussen de koeien door op de malse weiden en hier en daar zijn er nog bossen. Elk dorp heeft zijn eigen Romaanse kerk, stuk voor stuk juweeltjes en het bekijken waard. In Nasbinals neem je doelbewust het pad dat kris-kras door de weiden heen loopt.
Landschappelijk gezien is het enigszins verwant aan de Schotse Hooglanden. De weiden zijn afgezoomd met lage stenen muurtjes en in die weiden staan de koeien en kalveren van het gezonde Aubrac-ras. Soms kom je een loslopende stier tegen, die je dan beter uit de weg kunt gaan. Aubrac ligt op de barre hoogte van ca. 1300 m. Voor menig middeleeuwse pelgrim was dit een moeilijk te nemen hindernis. Meestal vertrok hij al vroeg in de lente, zodat hij hier nog door sneeuw moest. Je kon er zelfs verdwalen. In die tijd was Aubrac nog een verlaten oord, gelegen aan de heirbaan van Toulouse naar Lyon. Maar het was de Vlaming Adalardus, burggraaf van Vlaanderen, die deze nederzetting in 1120 stichtte. De legende vertelt dat hij en zijn gevolg op bedevaart naar Compostela werden aangevallen door rovers.
Als hij er heelhuids vanaf kwam, beloofde hij op deze plek een hospice of verblijfplaats voor pelgrims te bouwen. Op zijn terugweg werd hij heel toevallig op dezelfde plaats opnieuw door ongure lui overvallen. Het liep weer goed af en Adalardus werd aan zijn vroegere belofte herinnerd. Vanaf toen werd Aubrac een belangrijk steunpunt voor pelgrims. De hospice, later bedacht met de benaming domerie, werd een feit. Momenteel is Aubrac slechts een verzameling van enkele huizen, een kerk en een donjon. Uit de pelgrimstijd is alleen nog de oude kerk overeind gebleven. De donjon of Tour des Anglais - waarin een gite d'etape is ondergebracht - stamt uit latere tijden.
Terug naar de beschaafde wereld
Zelfs in volle zomertijd moet je op de Aubrac rekening houden met mist, regen en frissere temperaturen. Maar na Aubrac kom je geleidelijk terug in de beschaafde wereld. Het
landschap word t groener en vriendelijker. Het zachte heuvelende Rouergueland kondigt zich aan en de zon schijnt hier wat vaker. Het gaat nu bergafwaarts en dat maakt de tocht wat
aangenamer. In de verte ligt St-Come-d'Olt en je bent in de vallei van de Lot. Hier val je van de ene verbazing in de andere. Stadjes als St-Come-d'Olt, Espalion en Estaing lijken
zo uit een oud platenboek te komen. Overal smalle straatjes, heel oude ezelsbruggen, vakwerkhuizen, kasteelresten en ook hier moois Romaanse kerken. Een andere verrassing is het merkwaardige dubbelkerkje van Saint-Pierre-de-Bessuéjouls. Het ligt godvergeten, midden in de natuur en als gewone toerist zou je het hier
zeker niet gaan zoeken. Het is een boeiend staaltje van Romaanse bouwkunst, waarvan de oudse delen uit de 11de eeuw stammen. Na Estaing moet je eerst een uurtje klimmen om een hoogteplateau van ca.
700 m te bereiken. Uiteraard zijn hier nogal wat mooie vergezichten. Opnieuw wordt de streek nogal verlaten met hier en daar schaarse gehuchten en kleine dorpen. Uiteindelijk daal je langs een glibberig pad af naar het aloude Conques. Het
ligt diep weggedoken langs de beboste hellingen van de Dourdourivier. Vroeger was het een belangrijke ommuurde stad, gebouwd rond de muren van de abdijgebouwen.
De oude abdijkerk staat er nog en bevat heel wat relieken o.m. die van Sainte-Foy. Deze vrome jonkvrouw leefde in de 4de eeuw in het verderop gelegen Aden en stierf er de marteldood. De legende vertelt dat een handige monnik de relieken roofde en onderbracht in het klooster van Conques. Vanaf toen namen de mirakelen toe, wat meteen bewees dat de roof verantwoord was.
De prachtige pelgrimskerk van Conques is een typisch voorbeeld van de streng Romaanse stijl uit de Auvergne. De bouw werd begonnen in de 11 de eeuw, maar pas in de 13de eeuw voltooid. Erg mooi zijn het portaal en de gebeeldhouwde timpaan, die je bij voorkeur bij zonsondergang moet bewonderen. Naast de kerk is een museum ingericht dat een groot aantal kunstschatten uit de 9de tot de 16e eeuw bevat. Daaronder vallen heel oude reliekschrijnen en ook het gouden beeld van Sainte-Foy. Mocht je echt de pelgrimssfeer te pakken hebben dan kun je doorlopen tot aan de voet van de Pyreneeen. Denk er wel om dat de tocht in St-Jean-Pied-de-Port en vanaf Conques zijn dit nog ruim veertig dagetappes.
Concreet:
Karakter: Historisch geladen tocht in lijn (GR65) in de landstreken Auvergne en Rouergue.
Situering: Le Puy-en-Velay (dep. Haute-Loire) ligt zuidoostelijk van Clermont-Ferrand aan de grote verkeersaders; de RN 88 en 102.
Openbaar vervoer: Vanuit Parijs (Gare de Lyon) met de TGV naar Lyon sporen, overstappen op de lijn Saint-Etienne en vervolgens de stoptrein nemen tot in Le Puy-en-Velay.
Wandelroute: De GR®65 volgen vanaf Le Puy-en-Velay, via Saugues en Aubrac naar Conques. Totale afstand 212 km, mogelijk te verdelen over 10 tot 12 dagetappes.
Startplaats: Le Puy-en-Velay. Vanaf de Place du Plot in westelijke richting de rue St-Jacques, de rue des Capucins en de rue de Compostelle nemen.
Klimaat: Het Centraal Massief is een middelgebergte. Voorel het eemte
gedeelte tot aan de Aubrac (1 300 m) kan een wisselend weerbeeld geven. In de maanden mei en juni is het er deels zonnig, deels regenachtig. De warmste maanden zijn juli en augustus. September geeft
meestal mooi, stabiel weer, maar 's nachts kan het al licht gaan vriezen. Mede vanwege de toeristische drukte in enkele pleisterplaatsen, zijn de beste reisen trekmaanden: juni, de eerste helft van
juli en september. Neem in ieder geval regenkleding en een warme trui mee.
Moeilijkheidsgraad: Je kan dit zeker geen zware tocht noemen. Vanaf Le Puy-en-Velay (625 m) stijgt de route al vlug tot ca. 1000 m. Tussen Estaing en Golinhac volgt er
opnieuw een stijging tot je op een hoogteplateau van ca. 700 m komt.
Kaartmateriaal: De topogids 'GR65 nr. 621' (nieuws editie 1986) en de topografische kaarten op schaal 1:100.000, de deeltjes '50, St-Etienne-Le-Puy-en-Velay' en '58,
Rodez-Mende' kunnen volstaan. Als overzichtkaarten kunnen de gele Michelinwegen- kaarten op
schaal 1: 200.000, de bladen 76 en 80 nuttig zijn.
Landschapsbeeld: Tussen Le Puy-en-Velay en Aubrac is de streek maar dun bevolkt. Afwisselend heb je er bossen en
weiden (veefokkerij) met mooie vergezichten. Vanaf Aubrac wordt het landschap grosner en kom je al wat meer dorpen en steden tegen. Tussen Estaing en Conques wordt het opnieuw heuvelachtig en geniet
je van het typische Rouerguelandschap.
Accommodatie: Er is een jeugdherberg in een randgemeente van Le Puy-en-Velay. Maar gites d'etape zijn er overal te vinden nl. in: Mont-Bonnet, Saint Privat d'Allier, Saugues, St Alban sur l'Imagnole, Aumont-Aubrac, Montgros, Nasbinals, Aubrac, St Chely d'Aubrac, Estaing, Golinhac en Conques. Overal vind je betaalbare kleine hotels en een goede
landelijke keuken.
Suggestie: Je kan de tocht ook starten in Aumont-Aubrac, gelegen aan de RN 9 en de treinverbinding Parijs-Neussargues-Béziers. Je zit meteen op een hoogte van ca. 1000 m. In dit geval wordt de afstand Conques beperkt tot 129 km. In Figeac (op 50 km van Conques gelegen op dezelfde GR®65) is er een station op de lijn Parijs-Toulouse. Van Herman van Hilst. Wandelgidsen "Zuid Frankrijk Vijftien trektochten".
Terug |
Voorheen was L'Etoile een toeristisch Hotel met een prachtig park eromheen langs de rand van de rivier Allier gelegen in La Bastide-Puylaurent tussen de Lozère, de Ardèche en de Cevennen in de bergen van Zuid Frankrijk. Kruising van de GR®70 Stevenson route, GR®7, GR®72, Le Cévenol, GR®700 Regordane Weg (St Gilles), Margeride, GR®470 Sentier des Gorges de l'Allier, Montagne Ardéchoise en veel kleine Routepaden.
Copyright©gr-infos.com (Autorisation d'utilisation uniquement à usage privé)